Wereldmuseum 27-5

Groep 5, het Akkoord Zwijndrecht

29 kinderen

Museumeducatie superstraat burendag   

 

STARR-verslag – Bezoek aan het Wereldmuseum Rotterdam met groep 5

Situatie
Vandaag ging groep 5 van Kindcentrum Het Akkoord op excursie naar het Wereldmuseum Rotterdam. In het museum bezochten de kinderen de Superstraat. Het doel van dit bezoek was om met open ogen en oren naar de wereld te kijken, en kennis te maken met kunst en cultuur op een brede manier.

Taak
Mijn rol tijdens deze dag was om als hulpouder mee te gaan en een groepje kinderen te begeleiden. Tegelijkertijd wilde ik mijn eigen blik verruimen op het gebied van museumeducatie, en observeren hoe museumdocenten hun programma aanbieden.

Actie
Het bezoek begon met de introductie van het thema "Burendag". De vragen “Wie wonen er bij jou in de straat?”, “Wat doe je met de buren?” “ Hoe kunnen we leuke buren kunnen zijn” en “Hoe kun je het gezellig maken voor een buurman die niet veel leuk vind?” stonden centraal.
Samen met de museumdocent bezochten we drie huisjes in de Superstraat. Elk huisje werd geïntroduceerd met een korte film waarin werd verteld wie er woonde en wat je daar kon doen.

  • In het eerste huisje mochten de kinderen met LEGO gebouwen namaken. Een architecte vertelde over de verschillende gebouwen in een stad, en daagde de kinderen uit zelf een mooie stad te bouwen.
  • Het tweede huisje draaide om creativiteit met letters en ontwerpen. De kinderen konden hun eigen voetbalpet of sportschoenen ontwerpen, waarna ze via een gang bij een graffiti-puzzel uitkwamen.
  • Het derde huisje stond in het teken van Zomercarnaval. De kinderen ontwierpen kleurrijke kleding, die vervolgens werd getoond op een groot scherm wanneer je je tekening inscande.

Na het programma kwamen we als groep weer samen en werd opnieuw de vraag gesteld: “Wat kun je doen voor de buurman die het niet leuk vindt in de straat?”

Resultaat
De kinderen hebben op een speelse manier kennisgemaakt met verschillende culturen en creatieve vormen van zelfexpressie. Ze werden gestimuleerd om actief deel te nemen en leerden over de diversiteit van bewoners in een stad.

• De informatie van de museumdocenten was beperkt.

• De museumdocenten werken op zzp-basis

• Spelen en te ontdekken, daarna pas informatie delen.

Reflectie
Het museum bood een leuke en leerzame ervaring. Toch vond ik de centrale vraag over de "knorrige buurman" minder goed aansluiten bij de inhoud van de museumeducatie. Deze vraag richt zich op het oplossen van sociale problemen, terwijl het museum juist de rijkdom en diversiteit van culturele verhalen wil laten zien.

Daarnaast viel het me op dat de bijdrage van de museumdocent beperkt was. De uitleg voegde weinig toe aan wat je als bezoeker zelf al kon ervaren tijdens een individueel bezoek aan de Superstraat (zie verslag wereldmuseum van 22/4). De interactieve elementen en de visuele verhalen in de huisjes spraken voor zich. Voor mijn gevoel werd het potentieel van een begeleid educatief programma hiermee onvoldoende benut.

Ik denk dat het educatieve programma beter zou aansluiten als de afsluitende reflectievraag meer gericht zou zijn op wat de kinderen hebben geleerd over de verschillende bewoners en hun verhalen. Dit sluit beter aan bij de visie van het Wereldmuseum én bij de belevingswereld van de kinderen.